Professionele montage reservewiel handleiding

Wat is een reservewiel?

Ruimtebesparende noodwielen, in de volksmond, reservewiel of thuiskomertje genoemd, zijn ontworpen voor tijdelijk gebruik. Een reservewiel kan u bij een lekke band naar een reparatieplaats brengen. Er is geen maximumafstand, maar de snelheidsbeperking, het beperkte profiel (slechts 3 mm vanaf nieuw) en de zachtere rubbersamenstelling betekenen dat de afgelegde afstand vóór de reparatie niet buitensporig hoog mag zijn.

Reservewielen hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde diameter te hebben als de lichtmetalen velgen waarmee uw auto is uitgerust. Dat heeft te maken met het gewicht en met de beperkte bagageruimte. Een reservewiel is immers bagage die je zo klein mogelijk wil houden.

Autofabrikanten maken slechts een klein aantal reservewielen om op zoveel mogelijk verschillende modellen te monteren. De ET waarde van een reservewiel mag zodoende afwijken van die van uw huidige velgen. Belangrijk is dat de het reservewiel groot genoeg is om over de remklauw te passen. Op een reservewiel zit vaak een sticker met informatie over de maximumsnelheid (80km/h) waar u zich om veiligheidsredenen aan moet houden. Daarom mogen reservewielen alleen worden beschouwd als een noodoplossing om u thuis te brengen. De originele autoband moet zo snel mogelijk worden gerepareerd/vervangen.

Het gebruik van een tijdelijk reservewiel kan om veiligheidsredenen ook enkel voor de achter- of vooras geadviseerd worden. Dit om aanraking met diverse remonderdelen en/of om schade aan de tussenbak/transmissie te verkomen. Als een reservewiel een veel kleinere diameter/omtrek heeft dan een origineel wiel, mag het om veiligheidsredenen alleen aan de achterkant van de auto worden gemonteerd (achterremmen zijn kleiner). Monteer nooit meer dan één reservewiel op een voertuig.

Verwissel uw wiel voor een reservewiel als het even kan alleen aan de achterkant. Aangezien u onderweg maar één krik tot uw beschikking heeft en u dus niet tegelijkertijd de voor- en achterkant van uw auto kunt opkrikken. U zult de werkwijze voor het verwisselen van een lekke voorband als volgt moeten uitvoeren:

Trek de handrem aan en blokkeer bij voorkeur een van de wielen aan de andere kant van de auto om te voorkomen dat hij beweegt. Draai de wielbouten van de achtervelg 1 slag los en krik vervolgens de achterkant van de auto op. Haal het goede wiel eraf en vervang deze door het reservewiel. Laat de auto zakken en krik de voorkant op. Haal de lekke voorband eraf en vervang deze door de achterband. Draai de wielmoeren handmatig vast, laat de krik zakken en draai de wielbouten/-moeren daarna met de meegeleverde sleutel vast.

Het weggedrag van uw auto zal totaal anders zijn als er een reservewiel is gemonteerd. Daar moet u ernstig rekening mee houden tijdens het rijden. Probeer de originele autoband zo snel mogelijk te laten repareren of vervangen. Denk eraan dat het wisselen van uw kapotte wiel  gevaarlijk kan zijn als de juiste procedures niet worden gevolgd. Zorg dus voor uw veiligheid en ben volledig vertrouwd bent met installatie. De instructies die bij onze producten worden geleverd, bevatten specifieke gedetailleerde informatie over het gebruik ervan en de volledige veiligheidsprocedures die in acht moeten worden genomen. Als u op, welke manier ook, onbekend met het wisselen van een reservewiel, vraag dan advies aan een gekwalificeerde of andere weggebruiker

Voordat u een voertuig optilt, moet u ervoor zorgen dat u op een stevige, vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd staat. Het voertuig moet in de versnelling staan (of in de parkeerstand bij een automatische transmissie) met de handrem aangetrokken. De twee wielen die op de grond blijven, moeten aan beide zijden stevig worden vastgezet om beweging te voorkomen.

Kom nooit onder een auto en plaats nooit een lichaamsdeel onder een auto die alleen door een krik wordt ondersteund. Als de auto van de krik afglijdt, kunt u of iemand anders ernstig letsel oplopen. Probeer nooit een band te verwisselen aan de zijkant van de auto in de buurt van rijdend verkeer. Ga bij het bedienen van de krik of het verwisselen van het wiel ver genoeg van de weg staan om het risico te vermijden dat u wordt aangereden.

Controleer voor montage de reservewielen vrijlopen van remklauwen en ophangingsonderdelen en vrij draait op voor- en achternaven.